"Ik zal u iets van de kleine Johannes vertellen. Het heeft veel van een sprookje, mijn verhaal, maar het is toch alles werkelijk zo gebeurd. Zodra gij het niet meer gelooft, moet ge niet verder lezen, want dan schrijf ik niet meer voor u."
Zo begint Frederik van Eeden zijn boek ‘De kleine Johannes'. Dit allegorisch sprookje was door Albert Verwey uitgekozen om in de eerste drie uitgaven van het tijdschrift van de Tachtigers, de Nieuwe Gids, te komen staan. Een opmerkelijke keuze. Want de Tachtigers kondigden in De Nieuwe Gids vernieuwing aan en dit boek was geen voorbeeld van die vernieuwing. Frederik van Eeden maakte wel gebruik van de stijl en de begrippen van impressionisme en naturalisme, maar was tegen de onderliggende principes ervan. De Kleine Johannes was ook helemaal niet geschreven in die stijl, het was eerder neoromantisch. Hoewel de eigenlijke stroming van de neoromantiek pas begon rond 1900, wordt De Kleine Johannes, die geschreven is in 1887, toch gerekend tot die stroming. Het belangrijkste kenmerk van de neoromantiek was de onvrede met het hier en nu. Die onvrede uitte zich in bijvoorbeeld natuurliefde en een mysterieuze sfeer. En dit is alles wat ook voorkomt in dit boek.
De voornaamste reden waar Van Eeden zich niet aan hield was het principe van de waarneembare werkelijkheid die leidde tot realisme en naturalisme. Van Eeden gebruikte juist het tegenovergestelde daarvan, namelijk het bovennatuurlijke en het fantasievolle. Voorbeelden daarvan zijn de figuur van Windekind, pratende mieren, het reizen in de tijd van Johannes en Windekind, het praten met dieren en de ontmoeting met De Dood. Zo begint Frederik van Eeden zijn boek ‘De kleine Johannes'. Dit allegorisch sprookje was door Albert Verwey uitgekozen om in de eerste drie uitgaven van het tijdschrift van de Tachtigers, de Nieuwe Gids, te komen staan. Een opmerkelijke keuze. Want de Tachtigers kondigden in De Nieuwe Gids vernieuwing aan en dit boek was geen voorbeeld van die vernieuwing. Frederik van Eeden maakte wel gebruik van de stijl en de begrippen van impressionisme en naturalisme, maar was tegen de onderliggende principes ervan. De Kleine Johannes was ook helemaal niet geschreven in die stijl, het was eerder neoromantisch. Hoewel de eigenlijke stroming van de neoromantiek pas begon rond 1900, wordt De Kleine Johannes, die geschreven is in 1887, toch gerekend tot die stroming. Het belangrijkste kenmerk van de neoromantiek was de onvrede met het hier en nu. Die onvrede uitte zich in bijvoorbeeld natuurliefde en een mysterieuze sfeer. En dit is alles wat ook voorkomt in dit boek.
Een ander principe waar Van Eeden zich in dit boek niet aan hield was aan het estheticisme, wat kunst om de schoonheid en zonder moraal inhield. Van Eeden's boek was niet geschreven om de mooie vorm, maar er zat een maatschappijkritische betekenis achter. Ook blijkt uit het eind van het boek dat Van Eeden eigenlijk geen Tachtiger was. Hierin moet Johannes (de schrijver) namelijk kiezen tussen de fantasiewereld van Windekind (het estheticisme) en de sociale verantwoordelijkheid van de Ongenoemde (het socialisme, ethische). Hij kiest voor het laatste. Het boek vertoont overeenkomsten met de Tachtigers bij het principe van het individualisme. Het boek is namelijk een persoonlijke uiting van de schrijver die zich uit in beeldspraak en vergelijkingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten