Als men de relatie tussen de tekst van een boek en de titel bekijkt, dan zijn er globaal twee categorieën van relaties tussen beide te onderscheiden:
a. | de titel kondigt een belangrijke gebeurtenis of belangrijk gegeven in het verhaal aan. Zo is in De val van Marga Minco herhaaldelijk een val belangrijk. |
b. | de titel kondigt aan dat de gehele tekst de frase in de titel thematiseert. Zo thematiseert Buysses roman Het leven van Rozeke van Dalen ook werkelijk het leven van Rozeke van Dalen. |
(uit: essay van Arthur Kooyman)
Mijn eigen verklaring achter de titel:
De titel De donkere kamer van Damokles is afgeleid van de uitdrukking ‘Het zwaard van Damokles’ en duidt op een voortdurende dreiging.
Damokles was een hoveling aan het hof van Dionysius I van Syracuse (406 – 367 v. Chr) Hij mocht voor een dag koning zijn. Maar deze hing een zwaard aan een paardenhaar boven de troon, om hem aan te tonen in welk gevaar een tiran steeds verkeert. De dreiging is in dit geval niet afkomstig van een zwaard, maar van een – mislukte – foto, die de onschuld van de hoofdpersoon had moeten bewijzen.
De donkere kamer verwijst, behalve naar de ruimte waar de belangrijke foto’s worden ontwikkeld, ook naar de cellen, waarin de hoofdpersoon verblijft. Ook slaat de donkere kamer op eenzaamheid, op onzekerheid en isolement.
Motto: Het ‘motto’ staat achterin het boek:
Geen. Wel is er een naschrift: "Ik kan hem zoeken als hij er niet is, maar niet ophangen als hij er niet is.
Men zou willen zeggen: 'Dan moet hij er toch ook zijn als ik hem zoek.'
- Dan moet hij er ook zijn als ik hem niet vind, en ook als hij helemaal niet bestaat." Ludwig Wittgenstein
Dit slaat op Osewoudt die maar niet kan aantonen dat Dorbeck bestaat. Zijn enigste bewijs wat de foto op zijn leicacamera. Als deze camera uiteindelijk terecht komt is de hoop nabij, maar het is tevergeefs, want de foto is niet duidelijk zichtbaar en het bewijs voor Dorbeck is dus niet geleverd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten